Dutch edit

Alternative forms edit

Etymology edit

From achter (behind) +‎ zijde (side, face)

Pronunciation edit

  • IPA(key): /ˈɑx.tərˌzɛi̯.də/
  • (file)
  • Hyphenation: ach‧ter‧zij‧de

Noun edit

achterzijde f or m (plural achterzijdes or achterzijden)

  1. backside, reverse (side of something facing away from a viewer, or from what is considered the front)
    Synonyms: achterkant, keerzijde, rugzijde
    Antonyms: voorzijde, voorkant