Dutch edit

Pronunciation edit

  • (file)

Participle edit

afgeweerd

  1. past participle of afweren

Declension edit

Inflection of afgeweerd
uninflected afgeweerd
inflected afgeweerde
positive
predicative/adverbial afgeweerd
indefinite m./f. sing. afgeweerde
n. sing. afgeweerd
plural afgeweerde
definite afgeweerde
partitive afgeweerds