Dutch edit

Pronunciation edit

  • (file)

Participle edit

bedroevend

  1. present participle of bedroeven

Declension edit

Inflection of bedroevend
uninflected bedroevend
inflected bedroevende
positive
predicative/adverbial bedroevend
bedroevende
indefinite m./f. sing. bedroevende
n. sing. bedroevend
plural bedroevende
definite bedroevende
partitive bedroevends