Dutch edit

Pronunciation edit

  • IPA(key): /bəˈkɛnənt/
  • (file)

Participle edit

bekennend

  1. present participle of bekennen

Declension edit

Inflection of bekennend
uninflected bekennend
inflected bekennende
positive
predicative/adverbial bekennend
bekennende
indefinite m./f. sing. bekennende
n. sing. bekennend
plural bekennende
definite bekennende
partitive bekennends

German edit

Pronunciation edit

Participle edit

bekennend

  1. present participle of bekennen