daarvandaan

Dutch edit

Etymology edit

Univerbation of daar +‎ vandaan.

Pronunciation edit

IPA^(key): /ˌdaːr.vɑnˈdaːn/, /ˈdaːr.vɑnˌdaːn/
Audio (file)
Hyphenation: daar‧van‧daan

Adverb edit

daarvandaan

pronominal adverb form of vandaan + dat

Inflection edit

Pronominal adverbs of daarvandaan

preposition	—
postpositional adv.	vandaan
+ het (it)	ervandaan
+ dit (this)	hiervandaan
+ dat (that)	daarvandaan
+ wat (what)	waarvandaan
+ iets (something)	ergens vandaan
+ niets (nothing)	nergens vandaan
+ alles (everything)	overal vandaan

Descendants edit

Negerhollands: van da

Retrieved from "https://en.wiktionary.org/w/index.php?title=daarvandaan&oldid=63176913"