Dutch edit

Etymology edit

deeltijd +‎ -s

Pronunciation edit

  • IPA(key): /ˈdeːl.tɛi̯ts/
  • (file)
  • Hyphenation: deel‧tijds

Adverb edit

deeltijds

  1. part-time
    Synonym: parttime
    Coordinate term: voltijds
    deeltijds werkento work part-time

Adjective edit

deeltijds (not comparable)

  1. part-time
    Synonym: parttime
    Coordinate term: voltijds
    een deeltijdse baana part-time job

Inflection edit

Inflection of deeltijds
uninflected deeltijds
inflected deeltijdse
comparative
positive
predicative/adverbial deeltijds
indefinite m./f. sing. deeltijdse
n. sing. deeltijds
plural deeltijdse
definite deeltijdse
partitive deeltijds