draagband
Dutch edit
Etymology edit
Compound of dragen (“to carry”) + band (“strap, strip, belt”).
Pronunciation edit
Noun edit
draagband m (plural draagbanden, diminutive draagbandje n)
Derived terms edit
- broekdraagband (obsolete)
Compound of dragen (“to carry”) + band (“strap, strip, belt”).
draagband m (plural draagbanden, diminutive draagbandje n)