eekhoorn
Dutch edit
Etymology edit
From Middle Dutch ecorn, eencoren, from Old Dutch *ēkorno, from Proto-West Germanic *aikwernō, from Proto-Germanic *aikwernô.
Pronunciation edit
Noun edit
eekhoorn m (plural eekhoorns, diminutive eekhoorntje n)
- squirrel
- The red squirrel, Sciurus vulgaris.
- Synonyms: gewone eekhoorn, rode eekhoorn
Derived terms edit
- aardeekhoorn
- boomeekhoorn
- eekhoornmarmot
- eekhoorntjesbrood
- grondeekhoorn
- reuzeneekhoorns
- wangzakeekhoorn