Dutch edit

Etymology edit

From Middle Dutch ewicheit. Equivalent to eeuwig +‎ -heid.

Pronunciation edit

  • IPA(key): /ˈeːu̯.əxˌɦɛi̯t/
  • (file)
  • Hyphenation: eeu‧wig‧heid

Noun edit

eeuwigheid f (plural eeuwigheden, diminutive eeuwigheidje n)

  1. eternity
    De sterrenhemel herinnert ons aan de oneindige schoonheid van de eeuwigheid.
    The starry sky reminds us of the infinite beauty of eternity.
    In sommige religieuze overtuigingen gaat de ziel na de dood over in de eeuwigheid.
    In some religious beliefs, the soul transcends into eternity after death.
    Liefde kan een gevoel van eeuwigheid creëren, alsof de tijd stilstaat.
    Love can create a sense of eternity, as if time stands still.
    De dichter schreef over de ongrijpbare aard van de eeuwigheid.
    The poet wrote about the elusive nature of eternity.
    Het schilderij vangt de emoties en gevoelens van de kunstenaar voor de eeuwigheid.
    The painting captures the artist's emotions and feelings for eternity.
    Voor sommigen is het concept van de eeuwigheid moeilijk te bevatten.
    For some, the concept of eternity is hard to grasp.

Derived terms edit

Descendants edit

  • Afrikaans: ewigheid
  • Negerhollands: eewigheit, ewigheid