Dutch edit

Pronunciation edit

  • (file)

Participle edit

geschommeld

  1. past participle of schommelen

Declension edit

Inflection of geschommeld
uninflected geschommeld
inflected geschommelde
positive
predicative/adverbial geschommeld
indefinite m./f. sing. geschommelde
n. sing. geschommeld
plural geschommelde
definite geschommelde
partitive geschommelds