Dutch edit

Pronunciation edit

  • (file)

Participle edit

gestimuleerd

  1. past participle of stimuleren

Declension edit

Inflection of gestimuleerd
uninflected gestimuleerd
inflected gestimuleerde
positive
predicative/adverbial gestimuleerd
indefinite m./f. sing. gestimuleerde
n. sing. gestimuleerd
plural gestimuleerde
definite gestimuleerde
partitive gestimuleerds