huisslaaf
Dutch edit
Etymology edit
Pronunciation edit
Noun edit
huisslaaf m (plural huisslaven, diminutive huisslaafje n)
- A house slave.
- In de tijd van slavernij werden vele mensen gedwongen te leven als huisslaven in de huizen van hun meesters.
- During the time of slavery, many people were forced to live as house slaves in the houses of their masters.
- De huisslaven hadden de verantwoordelijkheid voor het huishouden en het bedienen van hun meesters.
- The house slaves were responsible for household chores and serving their masters.
- Het leven van een huisslaaf was zwaar en vol ontberingen.
- The life of a house slave was difficult and full of hardships.