kettingbrief

Dutch

Etymology

From ketting +‎ brief, calque of English chain letter. First attested in 1895.

Pronunciation

• IPA^(key): /ˈkɛ.tɪŋˌbrif/

• Audio

  (file)

• Hyphenation: ket‧ting‧brief

Noun

kettingbrief m (plural kettingbrieven, diminutive kettingbriefje n)

1. chain letter
   • 1895 November 26, "Gemenge berichten", Arnhemsche Courant (Bijvoegsel), page 2, quoting the Haarlemse Courant.

     Thans is een nieuwe dergelijke uitvinding uit het gezegend Amerika, de Kettingbrief, in ons goede land aangekomen.

     (please add an English translation of this quotation)