Home
Random
Log in
Settings
Donations
About Wiktionary
Disclaimers
Search
lijnzaad
Language
Watch
Edit
Contents
1
Dutch
1.1
Etymology
1.2
Pronunciation
1.3
Noun
1.3.1
Synonyms
1.3.2
Derived terms
1.3.3
Descendants
Dutch
edit
Etymology
edit
From
lijn
(
“
linum, flax
”
)
+
zaad
(
“
seed
”
)
.
Pronunciation
edit
IPA
(
key
)
:
/ˈlɛi̯nzaːt/
Audio
(
file
)
Hyphenation:
lijn‧zaad
Noun
edit
lijnzaad
n
(
plural
lijnzaden
,
diminutive
lijnzaadje
n
)
linseed
,
flaxseed
Synonyms
edit
vlaszaad
Derived terms
edit
lijnzaadbrood
lijnzaadcultuur
lijnzaadeegde
lijnzaadkaf
lijnzaadkneuzer
lijnzaadkoek
lijnzaadkorrel
lijnzaadmeel
lijnzaadolie
lijnzaadoogst
lijnzaadpap
lijnzaadpletter
lijnzaadschil
lijnzaadweerse
Descendants
edit
→
Papiamentu:
linasa