maansopkomst
Dutch
editEtymology
editPronunciation
edit- Hyphenation: maans‧op‧komst
Noun
editmaansopkomst f (plural maansopkomsten)
- moonrise
- We wachtten op de maansopkomst om het festival te beginnen. ― We waited for the moonrise to start the festival.
- De maansopkomst was spectaculair gisteravond. ― The moonrise was spectacular last night.
- Ik maakte een foto van de maansopkomst boven de oceaan. ― I took a photo of the moonrise over the ocean.