pijngrens
Dutch edit
Etymology edit
Pronunciation edit
Noun edit
pijngrens f (plural pijngrenzen)
- pain threshold
- Iedereen heeft een andere pijngrens. ― Everyone has a different pain threshold.
- Door training kun je je pijngrens verhogen. ― Through training, you can increase your pain threshold.
- Haar pijngrens is erg laag, dus ze is bang voor de tandarts. ― Her pain threshold is very low, so she is afraid of the dentist.