Dutch edit

Pronunciation edit

  • (file)

Participle edit

vernaaiend

  1. present participle of vernaaien

Declension edit

Inflection of vernaaiend
uninflected vernaaiend
inflected vernaaiende
positive
predicative/adverbial vernaaiend
vernaaiende
indefinite m./f. sing. vernaaiende
n. sing. vernaaiend
plural vernaaiende
definite vernaaiende
partitive vernaaiends