weerjaguar

Dutch

Etymology

From weer (“man, were”) +‎ jaguar (“jaguar”), calque of English werejaguar.

Pronunciation

• IPA^(key): /ˈʋeːrˌdʒɛ.ɡu.ɑr/, /ˈʋeːrˌdʒɛ.ɡu.ər/
• Hyphenation: weer‧ja‧gu‧ar

Noun

weerjaguar m (plural weerjaguars, diminutive weerjaguartje n)

1. werejaguar
   • 2007, D. van Ouwerkerk (ed.), Mexico, in ANWB Navigator, ANWB, 27.

     De transmutatie van de mens in een wolf of weerwolf (half mens, half wolf) is een geliefd thema in horrorfilms en -boeken, maar de Olmeken vereerden dergelijke wezens al vele eeuwen geleden, zoals blijkt uit het vaak terugkerende motief van de weerjaguar (half mens, half jaguar) in hun beelden en keramiek.

     (please add an English translation of this quotation)

   • 2015 March 4, Willy De Buck, “Verloren stad vol goud ontdekt in jungle”, in Het Nieuwsblad:

     Er werd onder meer een beeld van een ‘weerjaguar’ gevonden.

     (please add an English translation of this quotation)