Dutch edit

Etymology edit

(This etymology is missing or incomplete. Please add to it, or discuss it at the Etymology scriptorium.)

Pronunciation edit

  • (file)

Adjective edit

wulps (comparative wulpser, superlative meest wulps or wulpst)

  1. voluptuous, curvaceous
    Ze droeg een wulpse jurk die haar rondingen benadrukte.
    She wore a voluptuous dress that accentuated her curves.
    De actrice werd bewonderd om haar wulpse figuur.
    The actress was admired for her curvaceous figure.
    Het schilderij toonde een wulpse godin met weelderige vormen.
    The painting depicted a voluptuous goddess with lush forms.
    Hij was gefascineerd door haar wulpse dansbewegingen.
    He was fascinated by her curvaceous dance moves.
  2. wanton, lascivious
    Ze had een wulpse en verleidelijke uitstraling die mannen aantrok.
    She had a wanton and seductive allure that attracted men.
    De roman beschreef een wereld van wulpse intriges en verboden verlangens.
    The novel described a world of lascivious intrigues and forbidden desires.
    De wulpse bewegingen van de danseres maakten het publiek opgewonden.
    The wanton movements of the dancer excited the audience.
    Hij werd beschuldigd van wulpse gedragingen tijdens het feest.
    He was accused of lascivious behaviors during the party.

Inflection edit

Inflection of wulps
uninflected wulps
inflected wulpse
comparative wulpser
positive comparative superlative
predicative/adverbial wulps wulpser het wulpst
het wulpste
indefinite m./f. sing. wulpse wulpsere wulpste
n. sing. wulps wulpser wulpste
plural wulpse wulpsere wulpste
definite wulpse wulpsere wulpste
partitive wulps wulpsers

Derived terms edit