dezelfde
Dutch edit
Etymology edit
Univerbation of de + zelfde.
Pronunciation edit
Determiner edit
dezelfde (neuter hetzelfde)
- (non-neuter) the same
- Ik heb dezelfde jurk als zij.
- I have the same dress as her.
Pronoun edit
dezelfde (neuter hetzelfde, plural dezelfde or dezelfden)
- (non-neuter) the same [one]
- We hebben weer voor dezelfde gekozen.
- We chose the same one again.
Related terms edit
demonstrative
indefinite