Dutch edit

Pronunciation edit

  • Audio:(file)
  • Hyphenation: wet‧ge‧vend

Etymology 1 edit

Compound of wet +‎ gevend.

Adjective edit

wetgevend (not comparable)

  1. legislative
Inflection edit
Declension of wetgevend
uninflected wetgevend
inflected wetgevende
comparative
positive
predicative/adverbial wetgevend
indefinite m./f. sing. wetgevende
n. sing. wetgevend
plural wetgevende
definite wetgevende
partitive wetgevends
Derived terms edit

Etymology 2 edit

Participle edit

wetgevend

  1. present participle of wetgeven
Inflection edit
Declension of wetgevend
uninflected wetgevend
inflected wetgevende
positive
predicative/adverbial wetgevend
wetgevende
indefinite m./f. sing. wetgevende
n. sing. wetgevend
plural wetgevende
definite wetgevende
partitive wetgevends