Dutch edit

Pronunciation edit

  • (file)

Participle edit

aangegeven

  1. past participle of aangeven

Declension edit

Inflection of aangegeven
uninflected aangegeven
inflected aangegeven
positive
predicative/adverbial aangegeven
indefinite m./f. sing. aangegeven
n. sing. aangegeven
plural aangegeven
definite aangegeven
partitive aangegevens