crèmekleurig

Dutch

Etymology

From crème +‎ kleur +‎ -ig.

Pronunciation

• IPA^(key): /ˌkrɛ(ː)mˈkløː.rəx/, /ˈkrɛ(ː)mˌkløː.rəx/

• Audio

  (file)

• Hyphenation: crème‧kleu‧rig

Adjective

crèmekleurig (not comparable)

1. cream-colored (US), cream-coloured (UK)

Inflection

Inflection of crèmekleurig
uninflected	crèmekleurig
inflected	crèmekleurige
comparative	—
		positive
predicative/adverbial		crèmekleurig
indefinite	m./f. sing.	crèmekleurige
	n. sing.	crèmekleurig
	plural	crèmekleurige
definite		crèmekleurige
partitive		crèmekleurigs

Synonyms

• crème, crèmewit, roomkleurig, roomwit

See also

Colors in Dutch · kleuren (layout · text)

wit	grijs	zwart
rood; karmijnrood	oranje; bruin	geel; roomwit
groengeel/limoengroen	groen
blauwgroen/cyaan; groenblauw/petrolblauw	azuurblauw	blauw
violet; indigo	magenta; paars	roze