Dutch edit

Etymology edit

Compound of ijzer +‎ houdend.

Pronunciation edit

  • IPA(key): /ˌɛi̯.zərˈɦɑu̯.dənt/
  • (file)
  • Hyphenation: ij‧zer‧hou‧dend

Adjective edit

ijzerhoudend (not comparable)

  1. ferrous

Inflection edit

Inflection of ijzerhoudend
uninflected ijzerhoudend
inflected ijzerhoudende
comparative
positive
predicative/adverbial ijzerhoudend
indefinite m./f. sing. ijzerhoudende
n. sing. ijzerhoudend
plural ijzerhoudende
definite ijzerhoudende
partitive ijzerhoudends