Dutch edit

Etymology edit

From middel (middle, center) +‎ maat (measure) +‎ -ig (-y).

Pronunciation edit

  • (file)

Adjective edit

middelmatig (comparative middelmatiger, superlative middelmatigst)

  1. intermediate, middling, mediocre, average

Inflection edit

Inflection of middelmatig
uninflected middelmatig
inflected middelmatige
comparative middelmatiger
positive comparative superlative
predicative/adverbial middelmatig middelmatiger het middelmatigst
het middelmatigste
indefinite m./f. sing. middelmatige middelmatigere middelmatigste
n. sing. middelmatig middelmatiger middelmatigste
plural middelmatige middelmatigere middelmatigste
definite middelmatige middelmatigere middelmatigste
partitive middelmatigs middelmatigers