minderheid
Dutch
editEtymology
editPronunciation
editAudio: (file)
Noun
editminderheid f (plural minderheden, diminutive minderheidje n)
- minority
- Een kleine minderheid van onze klanten is ontevreden.
- A small minority of our customers is dissatisfied.
- Etnische minderheden worden onderdrukt.
- Ethnic minorities are oppressed.