See also: vermögend

Dutch edit

Pronunciation edit

  • (file)

Participle edit

vermogend

  1. present participle of vermogen

Declension edit

Inflection of vermogend
uninflected vermogend
inflected vermogende
positive
predicative/adverbial vermogend
vermogende
indefinite m./f. sing. vermogende
n. sing. vermogend
plural vermogende
definite vermogende
partitive vermogends