Dutch edit

Pronunciation edit

  • (file)

Participle edit

verwikkeld

  1. past participle of verwikkelen

Declension edit

Inflection of verwikkeld
uninflected verwikkeld
inflected verwikkelde
positive
predicative/adverbial verwikkeld
indefinite m./f. sing. verwikkelde
n. sing. verwikkeld
plural verwikkelde
definite verwikkelde
partitive verwikkelds