zeevaart
Dutch edit
Etymology edit
From Middle Dutch sêefaert. Equivalent to zee + vaart.
Pronunciation edit
Noun edit
zeevaart f (uncountable)
- seafaring, seafaring, marine navigation
- Nederland heeft een rijke geschiedenis in de zeevaart. ― The Netherlands has a rich history in seafaring.
- Zeevaart is een essentieel onderdeel van de wereldhandel. ― Marine navigation is an essential part of global trade.