geitenkaas
Dutch
editEtymology
editCompound of geit + -en- + kaas.
Pronunciation
editNoun
editgeitenkaas m (plural geitenkazen, diminutive geitenkaasje n)
Compound of geit + -en- + kaas.
geitenkaas m (plural geitenkazen, diminutive geitenkaasje n)