werknemer
Dutch
editEtymology
editFrom werk (“work”) + nemen (“to take”) + -er (agentive suffix).
Pronunciation
editNoun
editwerknemer m (plural werknemers, diminutive werknemertje n, feminine werkneemster)
- an employee
- De werknemer heeft recht op vakantiedagen.
- The employee is entitled to vacation days.
- De rechten van de werknemers worden beschermd door de wet.
- The rights of the employees are protected by the law.
- De nieuwe wet voorziet in betere bescherming voor werkneemsters tijdens zwangerschap.
- The new law provides better protection for female employees during pregnancy.