Vroegnieuwhoogduits
Dutch edit
Alternative forms edit
- Vroeg-Nieuwhoogduits (superseded)
Etymology edit
From vroeg + Nieuwhoogduits.
Pronunciation edit
Proper noun edit
Vroegnieuwhoogduits n
Adjective edit
Vroegnieuwhoogduits (not comparable)
Inflection edit
Inflection of Vroegnieuwhoogduits | ||||
---|---|---|---|---|
uninflected | Vroegnieuwhoogduits | |||
inflected | Vroegnieuwhoogduitse | |||
comparative | — | |||
positive | ||||
predicative/adverbial | Vroegnieuwhoogduits | |||
indefinite | m./f. sing. | Vroegnieuwhoogduitse | ||
n. sing. | Vroegnieuwhoogduits | |||
plural | Vroegnieuwhoogduitse | |||
definite | Vroegnieuwhoogduitse | |||
partitive | Vroegnieuwhoogduits |