Dutch edit

Pronunciation edit

  • (file)
  • Rhymes: -aːrt

Participle edit

bezwaard

  1. past participle of bezwaren

Declension edit

Inflection of bezwaard
uninflected bezwaard
inflected bezwaarde
positive
predicative/adverbial bezwaard
indefinite m./f. sing. bezwaarde
n. sing. bezwaard
plural bezwaarde
definite bezwaarde
partitive bezwaards