Dutch

edit

Etymology

edit

Compound of donker +‎ grijs.

Pronunciation

edit
  • IPA(key): /ˌdɔŋ.kərˈɣrɛi̯s/
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: don‧ker‧grijs

Adjective

edit

donkergrijs (comparative donkergrijzer, superlative meest donkergrijs or donkergrijst)

  1. dark grey

Declension

edit
Declension of donkergrijs
uninflected donkergrijs
inflected donkergrijze
comparative donkergrijzer
positive comparative superlative
predicative/adverbial donkergrijs donkergrijzer het donkergrijst
het donkergrijste
indefinite m./f. sing. donkergrijze donkergrijzere donkergrijste
n. sing. donkergrijs donkergrijzer donkergrijste
plural donkergrijze donkergrijzere donkergrijste
definite donkergrijze donkergrijzere donkergrijste
partitive donkergrijs donkergrijzers