een blauwtje lopen

Dutch

Alternative forms

• blaauwtjes lopen (obsolete)
• blauwtjes lopen
• blauwtjes oplopen
• een blaauwtje lopen (obsolete)
• een blauwtje oplopen

Etymology

Early 18th century. From earlier een blauwe scheen lopen.

Pronunciation

• IPA^(key): /ən blɑu̯tjə loːpə(n)/, [ən ˈblɑu̯.cə ˌloː.pə(n)], [ən ˈblɑu̯.cə ˌloʊ̯.pə(n)]

• Audio

  (file)

Verb

een blauwtje lopen

1. (intransitive, idiomatic) to have one's romantic advances rejected
2. (intransitive, idiomatic) to receive a rejection

Inflection

Conjugation of een blauwtje lopen: see lopen.