Dutch

edit

Pronunciation

edit
  • Audio:(file)

Participle

edit

geëvalueerd

  1. past participle of evalueren

Declension

edit
Declension of geëvalueerd
uninflected geëvalueerd
inflected geëvalueerde
positive
predicative/adverbial geëvalueerd
indefinite m./f. sing. geëvalueerde
n. sing. geëvalueerd
plural geëvalueerde
definite geëvalueerde
partitive geëvalueerds