Dutch edit

Pronunciation edit

  • (file)

Participle edit

geïmplementeerd

  1. past participle of implementeren

Declension edit

Declension of geïmplementeerd
uninflected geïmplementeerd
inflected geïmplementeerde
positive
predicative/adverbial geïmplementeerd
indefinite m./f. sing. geïmplementeerde
n. sing. geïmplementeerd
plural geïmplementeerde
definite geïmplementeerde
partitive geïmplementeerds