Dutch edit

Pronunciation edit

  • IPA(key): /ɣəˌɪntərprəˈteːrt/
  • (file)
  • Hyphenation: ge‧in‧ter‧pre‧teerd

Participle edit

geïnterpreteerd

  1. past participle of interpreteren

Declension edit

Inflection of geïnterpreteerd
uninflected geïnterpreteerd
inflected geïnterpreteerde
positive
predicative/adverbial geïnterpreteerd
indefinite m./f. sing. geïnterpreteerde
n. sing. geïnterpreteerd
plural geïnterpreteerde
definite geïnterpreteerde
partitive geïnterpreteerds