Dutch edit

Pronunciation edit

  • (file)

Participle edit

geadviseerd

  1. past participle of adviseren

Declension edit

Inflection of geadviseerd
uninflected geadviseerd
inflected geadviseerde
positive
predicative/adverbial geadviseerd
indefinite m./f. sing. geadviseerde
n. sing. geadviseerd
plural geadviseerde
definite geadviseerde
partitive geadviseerds