geen hand voor ogen zien

Dutch edit

Etymology edit

Literally, “to not see a hand in front of one's eyes”.

Verb edit

geen hand voor ogen zien

(intransitive, idiomatic) to see nothing at all
Synonym: geen steek zien

Inflection edit

Conjugation of geen hand voor ogen zien: see zien.

Retrieved from "https://en.wiktionary.org/w/index.php?title=geen_hand_voor_ogen_zien&oldid=78106875"