Dutch edit

Pronunciation edit

  • (file)

Participle edit

gemeubileerd

  1. past participle of meubileren

Declension edit

Inflection of gemeubileerd
uninflected gemeubileerd
inflected gemeubileerde
positive
predicative/adverbial gemeubileerd
indefinite m./f. sing. gemeubileerde
n. sing. gemeubileerd
plural gemeubileerde
definite gemeubileerde
partitive gemeubileerds