Dutch edit

Pronunciation edit

  • (file)

Participle edit

gesommeerd

  1. past participle of sommeren

Declension edit

Declension of gesommeerd
uninflected gesommeerd
inflected gesommeerde
positive
predicative/adverbial gesommeerd
indefinite m./f. sing. gesommeerde
n. sing. gesommeerd
plural gesommeerde
definite gesommeerde
partitive gesommeerds