Dutch

edit

Etymology

edit

From onder- +‎ verzekerd.

Pronunciation

edit
  • IPA(key): /ˈɔn.dər.vɛrˌzeː.kərt/, /ˈɔn.dər.vərˌzeː.kərt/
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: on‧der‧ver‧ze‧kerd

Adjective

edit

onderverzekerd (not comparable)

  1. underinsured (having insufficient insurance)

Inflection

edit
Declension of onderverzekerd
uninflected onderverzekerd
inflected onderverzekerde
comparative
positive
predicative/adverbial onderverzekerd
indefinite m./f. sing. onderverzekerde
n. sing. onderverzekerd
plural onderverzekerde
definite onderverzekerde
partitive onderverzekerds