Dutch edit

Etymology edit

From on- +‎ gedeerd.

Pronunciation edit

  • (file)

Adjective edit

ongedeerd (not comparable)

  1. unharmed, unhurt, unscathed

Inflection edit

Inflection of ongedeerd
uninflected ongedeerd
inflected ongedeerde
comparative
positive
predicative/adverbial ongedeerd
indefinite m./f. sing. ongedeerde
n. sing. ongedeerd
plural ongedeerde
definite ongedeerde
partitive ongedeerds

Anagrams edit