Dutch edit

Etymology edit

oorlog +‎ voerend

Pronunciation edit

  • (file)

Adjective edit

oorlogvoerend (not comparable)

  1. belligerent

Inflection edit

Inflection of oorlogvoerend
uninflected oorlogvoerend
inflected oorlogvoerende
comparative
positive
predicative/adverbial oorlogvoerend
indefinite m./f. sing. oorlogvoerende
n. sing. oorlogvoerend
plural oorlogvoerende
definite oorlogvoerende
partitive oorlogvoerends