steenachtig

Dutch

Etymology

From steen +‎ -achtig.

Pronunciation

• IPA^(key): /ˈsteːnˌɑx.təx/

• Audio

  (file)

• Hyphenation: steen‧ach‧tig

Adjective

steenachtig (comparative steenachtiger, superlative steenachtigst)

1. stony, stonelike

Inflection

Inflection of steenachtig
uninflected	steenachtig
inflected	steenachtige
comparative	steenachtiger
		positive	comparative	superlative
predicative/adverbial		steenachtig	steenachtiger	het steenachtigst het steenachtigste
indefinite	m./f. sing.	steenachtige	steenachtigere	steenachtigste
	n. sing.	steenachtig	steenachtiger	steenachtigste
	plural	steenachtige	steenachtigere	steenachtigste
definite		steenachtige	steenachtigere	steenachtigste
partitive		steenachtigs	steenachtigers	—

Descendants

• Negerhollands: steenagtig