Dutch edit

Pronunciation edit

  • (file)

Participle edit

verantwoordend

  1. present participle of verantwoorden

Declension edit

Inflection of verantwoordend
uninflected verantwoordend
inflected verantwoordende
positive
predicative/adverbial verantwoordend
verantwoordende
indefinite m./f. sing. verantwoordende
n. sing. verantwoordend
plural verantwoordende
definite verantwoordende
partitive verantwoordends

Anagrams edit