Dutch edit

Pronunciation edit

  • (file)

Participle edit

verbeterd

  1. past participle of verbeteren

Declension edit

Declension of verbeterd
uninflected verbeterd
inflected verbeterde
positive
predicative/adverbial verbeterd
indefinite m./f. sing. verbeterde
n. sing. verbeterd
plural verbeterde
definite verbeterde
partitive verbeterds

Anagrams edit