Dutch edit

Pronunciation edit

  • (file)
  • Rhymes: -ɑu̯t

Participle edit

verbouwd

  1. past participle of verbouwen

Declension edit

Inflection of verbouwd
uninflected verbouwd
inflected verbouwde
positive
predicative/adverbial verbouwd
indefinite m./f. sing. verbouwde
n. sing. verbouwd
plural verbouwde
definite verbouwde
partitive verbouwds