Dutch edit

Pronunciation edit

  • (file)

Participle edit

verdraaiend

  1. present participle of verdraaien

Declension edit

Inflection of verdraaiend
uninflected verdraaiend
inflected verdraaiende
positive
predicative/adverbial verdraaiend
verdraaiende
indefinite m./f. sing. verdraaiende
n. sing. verdraaiend
plural verdraaiende
definite verdraaiende
partitive verdraaiends

Anagrams edit